Oh’ the Gameness of it all

Gamification’
‘Serious games’ and
‘Gameful’.
There are blogs, books, articles and summits being held discussing these new game-concepts. Inspirational people come together to hold inspirational talks while the world is listening. The sliding grip we have on these new words loosens as everyone listens in through their own framework and translates accordingly. A sales manager might hear the concept of adding points to sell more products. An educator might hear a way to get kids engaged in difficult topics, buying the time needed to grade papers. Is it prudent to have an open global discussion on what these words are and whether or not they are useful (whether or not they deliver on the promising lure) when they still hold a different meaning to everyone?

The words are out there and they are hot right now but what they mean exactly and what the difference is between them, if even there is one, is unclear. I think most of us are not sure what we mean when we play with these words and concepts.
To me there is not much difference between them. The words/concepts are all about the structure that holds play (a game) and how we happily go through certain processes when we are comfortably held playing. We engage, we repeat, we overcome. Moreover, we do this in ways that we might not do outside of the play structure.
Thankfully, the world has listened to the almost magical message on the power of gaming. Now that we are finding more and more applications, not all of them sprout from the same intentions and not all of them will be equally successful.
Do not be disappointed by those who misuse or misunderstand. From several points of perspective people and organizations are filling the game-frame with whatever they consider good content and tag it as how they wish it to be used. Many of us are ‘fooled’ by the gamification-hype, whether being a critic or a follower. As gullible as the masses may be, individually we are hard to manipulate. We all recognize good game and perhaps even faster we recognize when the game-frame has been stuffed with something that doesn’t belong there. At this point the gaming ends and all our ‘normal’ media-suspicions arise.

Whatever you tag it, when gaming is involved you are holding a potential great experience. I don’t believe in the power in gaming, to me that sounds like believing in Newton’s laws of motion.
This is not religion so please stop treating it as such. Do not believe the hype, instead acknowledge the truth behind it.
Gaming as a framework has been uncovered and is not going away. When you wish to apply your content to this framework please find someone who is not a ‘gamification-believer’ but a critical researcher (or Do the Damn Research). If you have the time please visit this wonderful list of a hundred papers selected by McGonigal et. al. and/or read this one chapter by Haring et. al. on the psychology behind (serious) gaming.
I will be waiting for your call ;-)

as a bonus tickle Merriam-Webster’s definition of Gameness
gameness
noun
*cheerful readiness to do something*
Synonyms amenability, gameness, goodwill, obligingness,willingness
Related Words celerity, quickness, rapidity, speed,speediness, swiftness; dispatch, promptitude, promptness;ardor, avidity, eagerness, enthusiasm, exuberance, fervor,gusto, keenness, relish, zeal, zest; agreeableness, geniality,good-naturedness, heartiness, warmth; open-mindedness,receptiveness, receptivity, responsiveness

and to level up; another interesting blog on the hype of Gamification

Posted in Games | Tagged , , , , , , | Leave a comment

Gezond recept Serious Gaming

“Games kun je alleen succesvol ontwikkelen als je goede partnerships hebt met mensen die veel weten op hun eigen gebied” aldus dr. Alma Schaafstal tijdens het symposium Games in de zorg: Hype of hoop? (hbo Windesheim).

Het klinkt een beetje als een overleden open deur maar het raakt datgene waar het de meeste projecten aan ontbreekt; open samenwerking tussen verschillende experts. Vaak is een zorgzaam serious gaming project gegrond in de beste bedoelingen en gestart door zorgexperts vanuit een behoefte OF door ICT experts vanuit een ‘leuk kunstje’. Uiteraard kan er pas iets moois ontstaan als deze twee (de behoefte en de toepassing) samenwerken. Maar met alleen het constateren van de behoefte en het beheersen van een technisch mirakel ben je er nog niet.

Benodigdheden voor een Serious Game (in de zorg):
>Een zorgexpert
>Een psychologisch of sociaalwetenschappelijk onderzoeker
>Een of meerdere ICTexperts met in ieder geval 1 Opper
>Een mediapsycholoog
>Een game expert
>Alle vormen van gebruikers
>Een vertaler

De zorgexpert start het hele proces/ kan inzicht bieden in de zorgbehoefte die aangesproken gaat worden. Deze expert is bekend met zowel de algemene problematiek en de dagelijkse realiteiten in de zorg. Absoluut waardevol, doch slechts een beginpunt. Behoefte onderzoek verdiept vaak de definitie van wat de behoefte leek te zijn; is de frictie aan de oppervlakte ook de oorzaak van de wrijving? Bij wie en wanneer is deze behoefte aanwezig? Wat is het resultaat van het vervullen van de behoefte? Pas als de reële behoefte degelijk in kaart is gebracht kun je effectief ontwikkelen (en meten!). Neem hierbij geen halve maatregelen maar neem een academicus met ERVARING in het doen van ONDERZOEK (en nee markt- of marketingonderzoek telt niet).

ICT ontwikkelingen hebben zo hun eigen problematiek. Platforms die niet met elkaar kunnen/willen communiceren. Technische beperkingen van hardware en software, verschillende programmeertalen, rekenmomenten die te lang duren voor een vloeiende interface en algemene ‘bugs’ of ‘glitches’ die uit het niets lijken te komen. Om deze achtbaan van ontwikkeling tot een goed einde te brengen heb je ICTers nodig die niet alleen hun eigen taal en ontwikkelomgeving goed begrijpen maar ook nog uit de handen en voeten kunnen met andere technische raakvlakken van wat er ontwikkeld wordt & hier zodanig vloeiend in zijn dat ze er creatief mee kunnen omgaan. Elk team heeft in ieder geval 1 zo’n Opper nodig.

Dan is er nog het Umfeld van zowel de behoefte en de toepassing. De fysieke, emotionele en psychologische onderdelen van de processen die doorlopen moeten worden door de (verschillende niveaus van) gebruikers. Mijn meest geliefde frustratie is dat deze onderdelen vaak niet of niet voldoende meegenomen worden in de ontwikkeling van welke mediatoepassing dan ook. Het risico bestaat dan dat je een prachtig passende sleutel hebt gemaakt voor een goed onderzocht slot maar niemand de deur open doet. Omdat de sleutel de andere kant op draait dan men gewend is. Omdat de draaibeweging te zwaar is. Omdat het slot op de verkeerde plek zit. Omdat men geen idee heeft wat er achter de deur zit of omdat het simpelweg niet interessant is zomaar sleutels in sloten om te draaien. Al deze situaties kun je voorkomen door een mediapsycholoog mee te laten kijken en te laten adviseren bij onderzoek en ontwikkeling.

Aangezien het hier gaat om het ontwikkelen van een spel heb je ook iemand nodig die verstand heeft van ‘game-mechanics’. Wanneer je de kracht van gaming wilt gebruiken moet je wel een spel creëren. Dat lijkt voor de hand te liggen maar gaat verbazend vaak mis. Het toevoegen van een puntensysteem maakt een taak nog geen spelletje. Een spel moet aan allerlei criteria voldoen en het liefst worden deze criteria met enige creativiteit gekoppeld aan jouw uitgediepte behoefte. Dit is lastig.

Gedegen onderzoek is vooral bij innovaties in de zorg belangrijk. Het raakt mensen in een kwetsbare positie en moet gedragen worden door de witte jassen die de scepter zwaaien. Wil je de gemiddelde witte jas overtuigen om zijn/haar autoriteit in te zetten voor jouw innovatie dan moet je met cijfers aankomen. Harde cijfers waaruit twee dingen blijken 1) Geen negatieve effecten 2) Duidelijk aanwijsbare positieve effecten. Met deze cijfers kun je dan meteen doorlopen naar de verschillende rekenkamers die jouw prachtige menselijke nummers doorrekenen naar klinkend economisch rendement. Aangezien wij zorg nog steeds bezien als iets wat niet individueel betaald dient te worden moet de financiering komen uit grote organisaties zoals verzekeraars, ministeries, Europese instellingen of zorgcentra’s. Deze organisaties kunnen weinig met goede bedoelingen en prachtige ideeën. Ze kunnen des te meer met wetenschappelijke onderbouwingen en resultaten uit onderzoek. Hier komen we dezelfde onderzoeker tegen als aan het begin van het recept.

Door alles heen heb je nog een expert nodig. Degene die de behoefte duidelijk kan maken, degene die alle vauten in het systeem voor je vind, degene wiens omgeving uitgesnuffeld wordt en degene die wordt onderzocht. De gebruiker. Let op: alle gebruikers. Alle mensen (en andere systemen) die gebruik moeten maken van de innovatie op de ontwikkelingstafel zijn in ELK stadium van de ontwikkeling van belang. Constante gebruikerstests is naar mijn inziens de enige manier om effectief te ontwikkelen.

Een vertaler is ook uitermate handig. Want hoewel de mensen die je nodig hebt prachtige vaten van kennis en kunde zijn op hun eigen gebied hebben ze vaak nog geen blokje kaas gegeten van alle andere betrokken gebieden. Om spraakverwarring en onnodige projectvertraging te voorkomen is het zeer aan te raden iemand toe te voegen die alle talen spreekt. In het beste geval geef je deze persoon de grote houten spatel en de leiding over het ontwikkeltraject.

Voeg alle benodigdheden samen en zorg voor degelijk kookmateriaal. De benodigdheden zijn niet noodzakelijk 1 op 1 personen. Een persoon kan een mix van benodigdheden al klaar hebben staan (ik ben er bijvoorbeeld drie; de onderzoeker, de mediapsycholoog en de vertaler). Deze voorgemixte personen kunt u gerust gebruiken; het komt de smaak enkel ten goede.

Posted in Games | Tagged , , | 1 Comment

Musea – wherefore art thou?


Vanmorgen las ik een artikel wat verkondigde dat musea anders moeten.
Ze moeten kleiner en persoonlijker worden om het menselijke verhaal te kunnen vertellen als de wolken van een roman. Ze moeten op mijn individuele niveau komen en mij raken.

Onmiddelijk vraag ik mij af; is dat zo?
Waarom moeten musea mij raken?
Wat is dit voor 21-eeuwse gedachte dat alles draait om het ‘geraakt worden’ – om de emotie van het individu?
Musea hebben (denk ik) altijd een voorlichtende rol gehad:
Kijk plebs, dit is nu kunst.

Je kunt ook zeggen dat musea grote culturele kluizen zijn. Achter dikke muren bewaren wij datgene waarvan wij nu menen dat het de belangrijkste dragers van (een vergane) cultuur zijn.
Tegelijkertijd heeft een museum een basale waardefunctie, niet geheel onhandig ligt in dezelfde culturele kluis een heleboel economische waarde. We bewaren ons waardevolle verleden, beoordeeld vanuit ons heden, in monumentale schatkisten.
Vervolgens nodigen we andere mensen uit om te komen kijken naar al dit moois en het vooral met ons eens te worden over de waarde van de objecten in ons bezit. Waar mogelijk onder het genot van een dure cappuccino en het mee naar huis nemen van reproducties en sleutelhangers.

Musea zijn meesters in het bewaren en delen van waarde, in het eens worden over de toegekende waarde en daarmee het doorlopend bepalen van onze cultuur. Voor mij is dit een belangrijkere functie van een museum dan mij zacht zuchtend op romantische ideëen te brengen.

Posted in Art | Tagged , , | Leave a comment

Big I, small I


Visualisation can often give us a different perspective and shed light in corners we hadn’t considered looking.
One such visualization is the ‘Big I, Small I’.

In one of my many dives into the human psyche I was treading water along the shores of self-inflicted guilt versus motivation.
We often blame ourselves for the wrong things.
We are either too harsh with what we have failed to achieve or too lenient about our attempts.
We try, but we tend to get in our own way.

The major pitfall here is our knack to completely define ourselves AS our latest failure.
“I am such a loser, I can’t even do >insert attempt here< “. This creates an overblown sense of guilt (and self-pity), robbing us of any empowerment that might be had and tends to leave us moping in a corner somewhere. The ‘Big I, Small I’ visual gives us a perspective check. The Big I represents you as the shiny complex structure that is you altogether, while the Small I’s each represent one aspect of you. Every small I (for example: you trying to reach a deadline with good quality content) is one of many small I’s. It is part of you and therefore not to be trifled with but it does not define you. You are not this one thing that you are trying to achieve, you are many. Unless you are on an amazing losing streak not all the small I’s will be negative. Even alongside huge disappointing misses you probably still managed to do many things right. An equally liberating perspective is that not all the small I’s are going to be positive at the same time and that’s okay. The overall good-feeling aim is more positive small I’s than negative ones bouncing around in your big I.

Posted in Writings | Tagged , , | Leave a comment

Goed doen in Nederland

Troon voor de onbekende vrijwilligerModern vrijwilligeren
Bijna de helft van de Nederlandse bevolking doet minstens één keer per jaar iets aan vrijwilligerswerk.
Hieronder valt ook het les geven, scholen bouwen of putten slaan in een ver en arm land, maar verreweg het meeste vrijwilligerswerk gebeurt bij een sportvereniging of kerkelijke organisatie in Nederland. Mensen die aan vrijwilligerswerk doen zijn vaak hoger opgeleide Nederlanders met een kerkelijke achtergrond.
Uit interviews met vrijwilligers blijkt dat zij vrijwilligerswerk voornamelijk doen om nieuwe kennis en nieuwe vaardigheden te leren. Bovendien geeft het ze een goed gevoel.

Steeds minder vaak wordt vrijwilligerswerk gemotiveerd door carrièremogelijkheden. Men vindt het belangrijker om betrokken te zijn bij de maatschappij en dit ook uit te dragen.

Een vrijwilliger besteedt gemiddeld 18,4 uur per maand aan zijn/haar onbetaalde werk. Bij ongeveer de helft van de vrijwilligers bestaan deze uren uit slechts één taak. Was vroeger een vrijwilliger nog een manusje-van-alles, in deze eeuw heeft de vrijwilliger zich ontwikkeld van alleskunner naar specialist. Dit komt vooral door de steeds betere organisatie van vrijwillig werk.

Volgens het Sociaal Cultureel Planbureau zal er de komende jaren niet zo veel veranderen in de hoeveelheid vrijwilligers in Nederland. Dankzij de vergrijzing, het stijgende opleidingsniveau en de professionalisering van vrijwilligersorganisaties wordt de groep vrijwilligers in Nederland misschien iets groter.

Posted in Writings | Tagged , , | Leave a comment

Definitie spel


We spelen ontzettend veel spelletjes met z’n allen. Het is ons intuïtief duidelijk wat spelen inhoudt en wanneer je wel of niet aan het spelen bent maar het geven van een duidelijke definitie van spelen is vaak vrij lastig. Wat is spelen en hoe verhoudt het zich tot de rest van ons leven en onze realiteit?

Gelukkig hebben Huizinga (1938) en Caillios (1957) uitgebreid nagedacht over een geschikte definitie. Zij zien spel als een activiteit die
vrij is,
gescheiden van de rest van ons leven,
onzeker,
niet-productief,
geregeld
en volledige fantasie.

We kunnen dus nooit gedwongen worden om te spelen; als wij niet vrijwillig een spel instappen is het speel-element weg en wordt de ervaring een werktaak. De scheiding tussen het spelen en het normale leven is vaak fysiek; het bord van een bordspel geeft heel duidelijk de scheiding aan tussen waar het spel bestaat, en het spelen dus kan plaatsvinden, en waar het spelen ophoudt. Een spel heeft vaak ook een scheiding in tijd, er is een start en een stop, alleen in de tussenliggende tijd kan gespeeld worden en daarvoor of daarna is alles weer ernst.

Een zekere mate van onzekerheid is ook belangrijk; er moet ergens spanning zijn. Als enige handeling binnen een spel een zekere uitkomst zou hebben dan wordt de activiteit een stappenplan in plaats van een spelletje. Doe A en krijg B. Dat je niet een reëel resultaat verkrijgt is ook belangrijk “Het gaat om het spel en niet om de knikkers”. Uiteraard behaal je een score, een overwinning of zelfs een zak met knikkers maar die zijn alleen maar van belang binnen de spelwereld, daarbuiten heeft het speelresultaat weinig betekenis.
Een ander belangrijk onderdeel van spelen is de interactie met zichzelf of met anderen. “Playing is always communication” (Ohler, 2008) op intra- of inter-persoonlijk niveau.

Al deze criteria moeten worden beheerst in een structuur.
Een spel is een specifieke structuur die het spelen omvat.

Posted in Games, Research | Tagged , , , , | Leave a comment